dinsdag, december 27, 2005

Merry Christmas and a Happy New Year


Wij wensen jullie allen een heel gelukkig, gezond en sportief 2006.
Feliz año nuevo!

Olaf & Zwanet

11. Vuurland en Patagonië (deel 1)



We hebben Fin del Mundo bereikt ofwel het einde van de wereld. Na een lange vlucht van San Francisco via Los Angeles, Lima (Peru), Santiago de Chili, Puerto Montt en Punta Arenas hebben we weer voet op aarde gezet in Ushuaia (Vuurland, Argentinië), de meest zuidelijkste stad van de wereld. Verder reizen is alleen nog mogelijk met een boot naar Antartica.
Dat doen wij niet, want wij hebben een zeer krappe planning tot aan de feestdagen. Goede vrienden van ons Jan en Erna hebben hun ‘zomer’ vakantie zo gepland dat ze samen met ons oud en nieuw vieren en dat willen we natuurlijk niet voorbij laten gaan.

We hebben nog een dag in de miljoenenstad Santiago de Chili moeten doorbrengen voordat we konden doorvliegen naar Vuurland en hebben daarom maar van de gelegenheid gebruik gemaakt de binnenstad te verkennen. Het was overigens een hele heisa om daar te komen, we hadden namelijk niets gereserveerd. Met handen en voeten en flink onderhandelen konden we met een taxibusje naar Down Town (er zijn geen overnachtingsmogelijkheden bij het vliegveld). De fietsen werden met 5 man sterk boven op de minibus gestald en met ledenogen hebben we moeten aanzien hoe onze stalen rossen (die overigens onbeschadigd en dit keer gelijk met ons arriveerden) op het dak werden geknoopt. We waren nog geen 5 minuten op de snelweg of we hoorden een vreselijke klap. In een seconde zaten we achterstevoren op de bank om te zien hoe onze fietsen over de snelweg stuiterden.... we zagen echter geen fietsen. Auto’s toeterden luid en allen wezen naar het dak van de minibus. Toch maar even gestopt op de vluchtstrook om te kijken wat er aan de hand was. Blijkbaar zijn de fietsen door de wind omhoog gegaan en doordat de chauffeur vaart minderde, knalden de fietsen met een klap weer terug op het dak. Met een slakkengang vervolgden we de resterende kilometers. De fietsen hebben het goed gehouden, maar bij ons zat de schrik er goed in.

We fietsten zaterdag 3 december vanaf het prachtige vliegveld (geheel van hout en deed wat Scandinavisch aan) naar het gezellig uitziende Ushuaia. Het was fris (7 graden) en er stond een stevige bries. In het dorp gingen we als eerste op zoek naar een pinautomaat, die konden we op het vliegveld niet vinden. We toetsten het bedrag 80.000 peso’s in (500 peso’s was in Chili ca. 0,80 eurocent), ervan uitgaande dat de koers van de Chileense peso ongeveer gelijk is aan die van de Argentijnse peso, maar het beeldscherm gaf aan dat ons saldo niet toereikend was. We vonden het wat vreemd, omdat we in San Francisco nog ons banksaldo via internet hadden gecontroleerd en probeerden het opnieuw met het intoetsen van 70.000. Wederom dezelfde melding. We probeerden het nog eens met 50.000. Wij begonnen al een beetje in paniek te raken, omdat we wisten dat je in Argentinië niet overal met een creditcard kunt betalen. We probeerden een andere automaat en kregen dezelfde melding en zo ging het nog eens 20 minuten door. Uiteindelijk hebben we wel 500 peso’s uit de automaat gekregen. Achteraf maar goed ook dat de automaat ons geen 80.000 peso’s heeft gegeven (500 peso’s is in Argentinië namelijk ca. 145 euro), anders hadden we met bijna 23.000 euro op zak gelopen.

’s Avonds laat moesten we nog op zoek naar een camping. Omdat we in een sneeuwbui terecht kwamen, zijn we bij de eerste de beste hostel (Cruz del Sur) naar binnen gestapt. Helaas zat deze vol, maar de Italiaanse gastheer Luca wilde ons in deze barre weersomstandigheden niet verder laten fietsen. Olaf kreeg een mooi slaapplekje onder de trap en Zwanet mocht op de bank slapen en we mochten niets betalen. We zijn in dit supergezellige hostel uiteindelijk nog 3 dagen gebleven vanwege de sneeuwval. Wij hebben in deze dagen van medereizigers heel veel tips gekregen over Argentinië en hebben daarom besloten de fietsroute zo aan te passen, dat we al zigzaggend door Chili en Argentinië naar het noorden gaan fietsen. Verder konden we in die tijd mooi, met een Spaanse taalgids onder de arm, de supermarkt en andere winkels bekijken, wat er allemaal wel niet te koop is. Het is verbazingwekkend hoe goedkoop het hier is. Dit is te danken aan de economische crisis van eind 2001 wat leidde tot een devaluatie van de Argentijnse peso. Wat ooit het duurste land van Zuid-Amerika was, is nu één van de goedkoopste (een fles wijn heb je hier al vanaf 85 eurocent en het smaakt ook nog eens uitstekend).


Het schijnt in Patagonië en Vuurland altijd flink te waaien uit het westen en windkracht 7 of 8 is hier heel normaal. Als we wegfietsen uit Ushuaia hebben we een lichte rugwind uit het zuidwesten. We laten de pieken van de Andes achter ons en fietsen op ons gemakje richting de kale, boomloze pampa’s waar we de eerste guanacos (familie van de lama) zien. Een deel van de route is niet geasfalteerd, maar is goed te fietsen. Alleen de stofwolken van voorbijrazende auto’s en trucks (ze blijven gewoon 120 km/pu rijden) geeft soms wat problemen. Het is een hele kunst om bij het naderende verkeer zolang mogelijk je adem in te houden, je ogen fijn te knijpen en proberen rechtuit te fietsen terwijl je niets ziet.

We overnachtten gratis op een estancia (een schapenfarm met maar liefst 40.000 ha grond, 25.000 schapen en 1.000 koeien, denk je dat dit veel is! Nee hoor, de buurman 25 km verderop heeft maar liefst 150.000 ha met 75.000 schapen) in een spartaanse arbeidersbarak met houtkachel. Tot ca. 25 km voor Rio Grande was het fietsen nog leuk. Daarna begon het fietsen erg zwaar te worden, de wind draaide naar noordwest en begon stevig aan te trekken, het begon te druppelen en de druppels gingen over in een flinke regenbui. Door de gratis douches die we zo elk kwartier kregen van vrachtwagens die ons tegemoetkwamen of inhaalden, begonnen we langzamerhand het regenwater in onze schoenen te voelen en met 4 graden was dat geen pretje.

In Rio Grande doken we Hotel Argentina binnen, waar gastvrouw Graciela ons met hete thee verwende. Na een uur konden we onze tenen en vingers weer een beetje bewegen en beseften ons dat als deze wind zo aanblijft het een lange zware tocht naar Puerto Natales zal worden en dat we het bezoek aan Nationaal Park Torres del Paine en Los Glaciares (het hoogtepunt van Zuid Chili en Argentinië) op onze buik kunnen schrijven. We informeerden bij Graciela naar een bus, omdat alles in de stad gesloten was vanwege een christelijke feestdag (La Purisima). Zij belde de volgende dag met een busmaatschappij en die hadden nog 3 plaatsen vrij. Zonder ontbijt haastten we ons naar dit kantoor, maar doordat de fietsen niet in de bus pasten, werden onze plaatsen vergeven. Dan maar fietsen....... dachten wij........ dit hielden wij nog geen 2 uur vol. We waren door de gierende noordwesten wind maar 11 km opgeschoten en geloofden er niet meer in ons einddoel Estancia Sara (40 km verderop) voor die dag te halen. We rekenden uit dat als deze wind zo aanblijft dat we met dit tempo meer dan 2 weken nodig hebben om de 500 km naar Puerto Natales te halen. Dat houdt ook in dat we de boot van Puerto Natales naar Puerto Montt (zo’n 1.500 km noordelijker in het Lake District) niet kunnen halen, die wij voor 23 december hebben geboekt. En die moeten wij halen, want dit is de enige mogelijkheid om Jan en Erna tijdig te bereiken.

Er zat niets anders op dan de duim omhoog te steken. Binnen 20 minuten hadden we een lift van een vriendelijk Argentijns echtpaar. De chauffeur bleek voor piloot te hebben gestudeerd want met volle vaart ging hij met de Nissan pick up truck vol gas laagvliegend over de gravelweg en pakte de binnenbochtjes effe haarfijn mee! Wij konden zo’n 200 km meerijden en zij zetten ons af bij een hotel in the middle of nowhere. Ondanks de harde wind konden we een beschut plekje vinden voor onze tent. De volgende ochtend konden we met 2 Duitse hotelgasten nog eens 100 km verderop meerijden, want de wind bleef hardnekkig uit het noordwesten blazen. Bij de splitsing Punta Arenas – Puerto Natales werden we weer ‘losgelaten’ en deden we weer een poging om op de fiets te komen. Dit hielden we zo’n10 meter vol. We werden gelijk weer van de fiets geblazen. Alleen al recht op blijven staan, was een hele uitdaging. Dus hebben we maar weer de duim opgestoken. Dit keer moesten we 3 uur wachten op een lift, zelfs de chauffeur had moeite om met deze wind de auto op de weg te houden en had zelfs 2 rijbanen nodig. We zaten dan wel 2 uur later in Puerto Natales. De boot missen we in ieder geval niet meer! En wij waren blij dat we de eindeloze, boomloze, winderige (ze hebben hier niet eens bruine bonen!!) en deprimerende pampa’s achter de rug hebben.

Het is overigens een hele uitdaging om hier op de pampa’s wild te plassen. Voor de heren is het nog redelijk, zij kunnen nog sturen met wat zij in handen hebben, maar voor de dames is het een zware strijd. Zij moeten hun trukendoos te voorschijn halen om droog uit deze strijd te komen. En in 4 van de 5 gevallen lukt dit helaas niet. Maar ‘gelukkig’ door de wind zijn de kleren en schoenen weer in enkele minuten droog.

We hadden door het liften 9 dagen bespaard en konden in die tijd daarom mooi de drie nationale parken met de auto bezoeken. Met de fiets zouden we hier zeker 3 weken voor nodig hebben gehad. De route was veelal ongeasfalteerd. We bezoeken NP Torres del Paine (Chili) wat is genoemd naar de drie markante graniettorens die uit de steppe omhoog rijzen. Het is één van Zuid-Amerika’s mooiste en wildrijkste berggebied, waar diepblauwe meren, rivieren en beken worden gevoed door de gletsjers die van de Patagonische ijskap naar beneden stromen. Het was het einde van het voorjaar en dat was te zien aan de vele bloeiende bloemen en struiken. Wij maakten een prachtige eendaagse wandeling naar Refugio Torres.

Ook bezochten we Lake Grey waar de ijsschotsen van de gletsjer zo dicht op de wal van het meer liggen dat je deze bijna kon aanraken. De camping waar we stonden is schitterend gelegen en de wilde paarden liepen tussen de tenten door. Hier kwamen we weer de Nieuw Zeelandse 50+ fietsers tegen die wij in Puerto Natales ontmoet hadden. Wij werden toen door hun uitgenodigd voor het avondeten en aangezien zij het nu op de fiets deden (ook deels met een lift, vanwege de wind), hadden wij hun dit keer gevraagd om met ons mee te eten. Dit scheelt hun weer een extra maaltijd en wij hadden toch genoeg ingeslagen (met de auto kun je zoveel meer meenemen).


Het volgende park wat we bezochten was het zuidelijke NP Los Glaciares (Argentinië). We kwamen onderweg vele tegen de wind in zwoegende en ploeterende fietsers tegen en we werden spontaan jaloers. Want dit was wel zo’n mooi traject om met de fiets te doen, maar helaas, we zitten krap in de tijd en we konden niet anders. Bij elke fietser die we tegen kwamen, toeterden we flink en staken we de duim op, want dat deden ze ook bij ons de eerste fietsdagen in Vuurland en dat doet je goed.
Naast fietsers kwamen we ook weer vele Guanacos tegen. Terwijl wij NP Torres del Paine uitreden, zagen wij spontaan een bevalling van een klein guanacosje. Een uniek maar schitterende belevenis.

We zetten onze tent neer op de tot nu toe mooiste camping van Patagonië: Lago Roca, wat een uitzicht.... in de verte de gletsjer Perito Moreno......... alleen de wind...... je werd er zo crazy van dat je voor negenen al in je tent lag. En het was pas na elven donker, dus we misten de mooiste Patagonische zonsondergangen.

Van de gletsjer Perito Moreno hadden we in reisgidsen prachtige foto’s gezien en in werkelijkheid was het evenzo mooi. Het is een enorm ijs massief wat naar beneden geduwd wordt (één van de weinige gletsjers die zich nog niet terugtrekt). En alleen al het geweld van de stukken ijs die naar beneden denderden, alsof er kanonschoten werden afgevuurd.

Van Perito Moreno gingen we door naar het noordelijke NP Los Glaciares, bekend door de bergketen Fitz Roy. De weg was deels vreselijk om te rijden, vanwege de vele gaten en keien. Al trillend reden we met een Israëliër op de achterbank El Chaltén binnen (wij weten als geen ander hoe het is om met de duim omhoog in de volle wind te staan wachten, dus nemen wij ook lifters mee!). Het is een dorp wat nog geen 20 jaar oud is en is door de Argentijnen opgebouwd, omdat anders de Chilenen dit prachtig stukje natuur zouden claimen (er is tot op de dag van vandaag nog steeds strijd over de grensscheiding). El Chaltén is nu nog steeds één grote bouwput. Een dorp waar ’s winters nog geen 200 mensen wonen en in de zomermaanden is afgeladen met duizenden bergwandelaars en bergbeklimmers. De hostels en hosterias worden met –tig stuks tegelijk uit de grond gestampt en door de droogte en wind is het een en al stof, stof en nog eens stof. Ondanks de wind gingen we toch weer kamperen in een redelijk beschutte tuin van een hostel. Omdat we hier maar één wandeldag hadden, pakten we gelijk de mooiste wandelroute van het gebied naar Laguna Torre en Glaciar del Torre, welke alleen met mooi weer aan te raden is. Met het zonnetje aan de hemel deden we er 6 uur over en na zo’n 20 km kwamen met knikkende knieën en opgezwollen voeten van het lopen terug bij de hostel. Je gebruikt toch weer even andere spieren dan met fietsen.

We reden in één dag al rammelend 425 pittige km’s (deels onverhard) terug naar Puerto Natales om in te checken voor het vrachtschip ‘Maggalanes’ van de fa. Navimag (die deels het schip hebben omgebouwd om ook passagiers mee te nemen). We verbleven 4 nachten op deze boot en waren dus met de kerstdagen aan boord. Naast 170 passagiers waren er ook honderden koeien aan boord. Het was vreselijk om deze beesten in te vol gepropte wagens te zien staan 4 dagen lang in hun eigen shit en de laatste dag ook nog eens in de brandende zon. Je zou spontaan vegetariër worden. ’s Nachts werden we vaak wakker van het geloei als of ze smeekten om vrijgelaten te mogen worden. Als zoiets in Nederland zou gebeuren, had de dierenbescherming de boot allang aan de ketting gelegd, maar hier in Chili kan alles. De geur van de koeienmest was zo sterk, dat het doordrong tot in je eigen kooi. Alsof we weer thuis op het platteland waren.

We hadden een mooie tijd op het water, vermaakten ons prima met o.a. Jeen uit Bergen op Zoom, een matroos van het zeilschip Europa die 6 weken verlof heeft en van de gelegenheid gebruik maakte om Zuid Amerika te verkennen en die we in NP Torres del Paine ook al tegen kwamen. En verder praten we wat af met medereizigers die net als wij de kerstdagen op het water doorbrachten.

Als kerstdiner kregen we op de 25e ......... jawel......... Spaghetti Bolognese! Iets wat we de afgelopen maanden nog niet hebben gegeten.... dacht de chef-kok waarschijnlijk. De laatste avond aan boord werd traditioneel afgesloten met een wel heel bijzondere Patagonische Bingo avond. We hadden al spannende verhalen gehoord van gasten die deze tocht ook hadden gedaan, dat we de Bingo zeker niet moesten missen en gaven als tip mee dat je zoveel mogelijk kleren die avond moest aantrekken. Bij een valse bingo moest je nl. een kledingstuk uittrekken. We gingen als Michelin poppetjes (met 4 lagen kleding aan, muts op en handschoenen aan) op naar de Bingo.... helaas was er die avond geen valse bingo en ook geen prijs voor Ollie en Zwaantje. Wel hebben we een mooie relaxte tijd gehad op de boot, met prachtige uitzichten op de fjorden en besneeuwde vulkanen van Zuid Chili. Een aanrader voor degene die plannen heeft om ooit Zuid Amerika te bezoeken (wel tijdig boeken) en net als wij te krap in de tijd zitten.

We maken ons op voor oud en nieuw met Jan en Erna en wensen jullie allen een heel gelukkig, gezond en sportief 2006.
Feliz año nuevo!

vrijdag, december 23, 2005

Photo link North America Part 2

donderdag, december 01, 2005

10. Amerika (deel 5)



CALIFORNIE

Een supergoed idee ................ een auto huren voor een week!
We zijn Sequoia National Park nog niet binnen of we zien al de eerste 2 bruine beren. Een moeder met haar jong zitten op nog geen 50 meter afstand te wroeten in de grond op zoek naar eten. Het ziet er allemaal schattig uit, zeker als je bedenkt dat bij de minste of geringste aanval van zo’n beer je zo de auto in kunt duiken en wegrijden. Gelukkig dat we dit keer de fietsen op de achterbank in de auto hebben gestald. Ook ‘s avonds als we tegen schemer op 2.100m hoogte de tent op zetten in Grant Forest Village en met vrieskou de tent in moeten (ja, dit keer geen super de luxe lodge waar je kunt opwarmen in een hottub). Wij hebben ‘s nachts niet erg goed kunnen slapen van de kou (het heeft zeker 10 graden gevroren) en het was ideaal om ons ’s ochtends tegen 7 uur in de auto te kunnen opwarmen op weg naar ons volgend reisdoel.

Zwanet zei nog tegen Olaf, wedden dat we in 24 uur 5 beren zien!. En ja hoor ’s ochtends (nog geen 15 uur na de eerste beer encounter) op weg naar Moro Rock zien we beer nr. 3! Dit keer was het een zwarte beer en wat is het toch een heerlijk gevoel om zo’n beer vanuit de auto te begluren, zonder na te denken over een vluchtroute wanneer je op je fiets zit.
Uiteindelijk hebben we inderdaad 5 beren gezien in 24 uur. Alleen de laatste 2 bruine beren mogen eigenlijk niet meegeteld worden. Ze kwamen namelijk uit een ander holletje.
Op Moro Rock (bijna 2.000 meter boven de zeespiegel) hebben we vanaf een panoramisch terras een adembenemend uitzicht over het Giant Forest. Wij zijn de enige bezoekers (7:30 uur) en door de laaghangende bewolking in het dal ziet het er allemaal erg mysterieus uit.

Sequoia en Kings Canyon NP zijn parken van de legendarische reusachtige altijdgroene bomen (de Sequoia’s) die ouder zijn dan welk levend wezen op deze planeet dan ook en waren er al toen de piramiden nog gebouwd moesten worden. De reuzenbomen in beide parken zijn zo groot (tot 85m hoog) en breed (omtrek meer dan 30m), dat je zelfs met een auto over een omgevallen boom kon rijden of er doorheen kunt rijden. Het is een nachtmerrie voor fotografen: je krijgt ze op geen enkele manier geheel op één foto. Voor ons maakt het niet zoveel uit, wij zijn al tevreden met het aanzicht van deze reuzen en een foto van de top.

Als we Yosemite NP binnen rijden zien we niet alleen dat de bomen in een prachtig herfstkleur zijn gewaad, maar ook dat de Tioga Pass, die we in eerste instantie in de planning hadden, weer open is voor al het verkeer. Het is ongekend warm en droog. Zo warm dat het hier wereldnieuws is. Sinds 1932 schijnt het de afgelopen 100 jaar niet meer zo warm te zijn geweest. Nou valt het overdag op 2.000m hoogte nog wel mee, de temperatuur blijft steken bij 10 graden en ook bij Lake Tahoe is het uit de wind nog wel lekker, maar ’s nachts is het zo koud dat we een motel nemen. We betalen liever 20 dollar extra per nacht, dan nog een nacht in je tentje van de kou wakker liggen. De inwoners van dit gebied zijn trouwens erg neerslachtig en/of zenuwachtig. Het skiseizoen zou 31 oktober moeten aanvangen (medio november zou er 10 tot 25cm sneeuw moeten liggen), maar door de extreem hoge temperaturen van de afgelopen weken kunnen ze de sneeuw voorlopig wel vergeten. Maar goed ook, want we hebben geen sneeuwkettingen bij ons.

Ondanks het mooie weer krijgen we in Tahoe City toch de wintersportkriebels. Het is een enorm groot wintersportgebied wat al helemaal in kerststemming is. Er zijn diverse outdoorshops aanwezig die een paar leuke aanbiedingen hebben. We kopen gore-tex wanten niet alvast voor de wintersport in Nieuw Zeeland maar ook voor nu, want de windstopper vingerhandschoenen die we meegenomen hadden, geven niet de warmte die we ’s avonds nodig hebben bij de tent. En Ollie koopt een nieuwe regenjas, want de oude begint door te lekken. Dus voortaan geen rode Ollie op de foto maar een gele (bij slecht weer dan).

Voor ons is het, nadat we de auto hebben ingeleverd, weer zwoegen in de hitte van 29 graden in de zon op zeeniveau. De dag ervoor op 2.000m nog 9 graden en nu in eens 20 graden warmer, dat is weer effe wennen en het luie zweet van de afgelopen week komt dan ook met liters uit onze poriën. ’s Nachts blijft het overigens rond het vriespunt. ’s Avonds liggen we dan ook al heel vroeg in onze warme slaapzakken met de mutsen op.

We fietsen via Santa Rosa naar het noorden door het wijngebied van Californië. De wijnranken zijn nog mooi aan het verkleuren en bij een enkele kunnen we nog een druiventros zien hangen. Het is een mooi gebied en de meeste wijnhuizen hebben open huis om de wijnen te proeven. Ze zien er allemaal even aanlokkelijk uit. Wij fietsen stoïcijns door, want we weten dat als je eenmaal begint met proeven, van fietsen weinig meer komt en de campings zijn hier schaars, dus we moeten wel verder. We klimmen de Coastal Range over, weer een bergketen die van noord naar zuid loopt, en 4 mijl voor de camping in Philo schiet Olaf in de remmen. We staan voor wijnproeverij Goldeneye (Olaf zijn bijnaam is 00Sevink van de James Bond film) en hij vindt dat het er nu maar eens een keer van moet komen. Olaf weet wel wat ie uitzoekt, zo’n luxe proeverij zijn we hier nog niet tegengekomen. Zwanet wilde nog aangeven of het wel binnen het budget paste, maar Olaf zat al lang en breed in de wijntuin achter een Pinot Noir met een hapje erbij. Doordat de gastheer meer geïnteresseerd was in onze reisverhalen, zijn wij weinig te weten gekomen over wijnboer Goldeneye. Na afloop hoefden we dan ook niets te betalen.

We zetten onze tent maar weer eens op op een ‘koude’ staatscamping in Hendy Woods State Park. En we weten niet wat het is maar we hebben een haatliefde verhouding met de parkrangers van staats en nationale parken. We pakken op een wederom leegstaande camping (we staan de laatste weken overal alleen met onze tent) een willekeurig plek zoals altijd vlakbij de toiletgebouwen. Tegen schemer komt de ranger controleren of we wel betaald hadden. Dit hadden we uiteraard nog niet, want de tent stond er nog maar half. De ranger gaf aan dat voor bikers en hikers maar 1 plek was gereserveerd en of we onze tent wel even wilden verkassen. Olaf gaf nog aan dat de hele camping leeg was en dat het toch niet zoveel uitmaakte waar we gingen staan. Maar de ranger hield voet bij stuk of 20 dollar betalen voor een autoplek of 6 dollar voor een bikersplek.
We hebben het idee dat alle parkrangers zijn afgewezen voor een opleiding aan de politieschool. Ze lopen er maar wat stoer bij met hun kisten en uniform aan en vooral het pistool en pepperspray moet toch wel zo zichtbaar aanwezig zijn, dat je als burger gelijk al op de knieën valt en om vergiffenis vraagt, zonder dat je iets verkeerds doet.

Het blijft ’s nachts koud en de voeten van Zwanet willen maar niet warm worden. Omdat ze niet in de nieuwe wanten passen, heeft ze een andere oplossing gevonden. Ze vult ’s avonds voor het slapen gaan de waterfles met heet water en heeft zo een mooie warme kruik in de slaapzak.

Wij naderen highway 1 oftewel de beroemde en beruchte Pacific Highway. Een slingerende en op en neergaande weg langs de steile kliffen (meestal zonder vangrail) van de westkust aan de Stille Oceaan waar fietsen een hele uitdaging schijnt te zijn (er is geen vluchtstrook aanwezig). De laatste ca. 175 mijl naar het zuiden richting San Francisco doen we mooi rustig aan. In Manchester blijven we nog een extra dag vanwege zeemist. Het is jammer om dan door te fietsen en al dit moois te moeten missen en daarnaast is het ook nog eens levensgevaarlijk om zo de highway te vervolgen. We staan op een camping waar de reeën op zo’n 50m van je tent staan te grazen en ’s avonds bij het eten koken, zitten er 5 wasberen met smart te wachten op de vuilnis die we weggooien. Helaas voor hun is er geen eten over, want Hollandse fietsers laten geen restjes over.

Amerikanen klagen steen en been over hun vakantiedagen (maar 15 dagen per jaar), maar ze vertellen er even niet bij dat ze –tig dagen aan bankholidays hebben. Is het niet Laborday dan is het wel Columbusday of Halloween. En 24 november is het ook weer zover. Het is Thanksgiving een soort kerstavond zoals bij ons, waar eten (m.n. de gebraden kalkoen) en drinken met je familie een hoofdrol speelt. En omdat het op een donderdag valt, heeft half Amerika dan ook maar de vrijdag vrij genomen voor een lang weekend. Dat is te merken de campings zijn weer overvol (ondanks dat de nachten koud zijn) en we kunnen met geluk dat weekend de tent nog op een hiker/biker plek zetten, want wie wandelt en/of fietst er nu nog deze tijd van het jaar? Ook Ollie is weer happy: hij kan eindelijk weer social talken met Jan en alleman, want dat heeft ie wel gemist de afgelopen weken.

We rijden San Francisco binnen via de beroemde Golden Gate Bridge en het valt ons direct op hoe fietsvriendelijk deze stad is. Er zijn veel fietspaden aangelegd en het wemelt hier van de wielrenners. We hebben in de afgelopen 5 maanden niet zoveel fietsers gezien als bij binnenkomst van San Francisco. Erg vreemd ook dat hier zoveel toeristen een fiets huren, omdat deze stad op heuvels is gebouwd, die soms zo steil zijn dat je er tegen aan kunt leunen (meer dan 35%). Zou de 6-voudige Tour de France winnaar Lance Armstrong hier geboren zijn?
We vragen een voorbijrijdende wielrenner om het heugelijke feit (ons op de Golden Gate, ons einddoel van de USA) op de foto te zetten, waarvoor hij zelfs op de grond gaat liggen om de perfecte plaat te schieten.

Men noemt San Francisco wel de meest Europese stad van de Verenigde Staten en daar zijn wij het mee eens. Alleen al de auto’s: de Duitsers doen hier goede zaken. We hebben nergens in Amerika zoveel BMW’s, Mercedessen en Audi’s gezien als hier in deze stad. We blijven 5 dagen hangen in deze stad die op de San Andreas breuklijn ligt. We hebben dus niet echt stevige grond onder onze voeten. De laatste grote aardbeving dateert alweer van 1989 met miljarden dollars schade en bijna 100 doden.

We bezoeken Chinatown (dit keer wel met echte Chinezen en geen zwervers zoals in Vancouver), waar de grootste Chinese gemeenschap buiten Azië schijnt te wonen. We kijken uit op gevangeniseiland Alcatraz, tijdens een wandeling door de steile streets of San Franciso. Eén straat (Russian Hill) is wel zo steil dat er 9 haarspeldbochten nodig zijn om dit straatje van nog geen 200m te overbruggen. We slenteren over Fisherman’s Warf met de vele winkels en restaurants en eten lekker pizza en sushi. Met name eten wat we zelf niet kunnen bereiden bij de tent.

We verlaten Amerika met een goed gevoel. We hebben alles gezien wat op ons verlanglijstje stond, maar er zijn er ook weer een paar bijgekomen. De staten Oregon en Washington willen we ooit nog een keer bezoeken, maar ook de glooiende graanvelden van Montana, de geisers en kalksteenterrassen van Yellowstone, de needles van Canyonlands en de hoodoo’s van Bryce Canyon willen we zeker nog een keer terug zien.

Veel mensen mailen ons ‘zijn jullie als reismoe?’ of ‘missen jullie thuis’ niet. We genieten elke dag nog steeds volop van alle indrukken en ontmoetingen en hebben nog steeds het geluk om zo’n reis te mogen en kunnen ondernemen. Onze Drentse collegafietsers Gerrit en Jeanette van www.fietsdrang.nl hebben hun reis moeten onderbreken in verband met familie omstandigheden. We beseffen ons daarom maar weer al te goed dat gezondheid, niet alleen van onszelf maar zeker ook van je naasten en dierbaren, boven alles staat!

Nog even wat statistieken:
- Aantal gereden km’s : ruim 12.500, waarvan 6.000 km op de fiets
- Aantal lekke banden : 7x, veelal door staaldraad van kapot gereden
vrachtwagenbanden op de Interstates
- Aantal gegeten bananen : ca. 250 stuks voor de extra calorieën
- Gegeten pasta : ca. 20 kilo MacarOllie en/of Spaghetti Zwanetti
- Chili/Kidneybonen : ca. 10 kilo om de turbo aan te slingeren
- Muffins : ca. 80 om het suikerpeil hoog te houden, oh wat
zullen we deze missen in Zuid Amerika
- Tent opzetten/afbreken : > 100x en we zijn er nog lang niet flauw van
- Motel/cabin : ca. 15x vanwege kou, geen goede plek
kunnen vinden voor je tent of gewoon om even
lekker te genieten van wat luxe.
web stats analysis