zaterdag, september 30, 2006

Photo link New Zealand

New Zealand


click on the photo for the slide show
klik op de foto voor de dia show

Labels:

maandag, september 04, 2006

22. Zwitserland - Gramsbergen



Via de Simplonpass kwamen we Zwitserland binnen. Het land van de koeienbellen, geraniums, alpenhoorns en frisse berglucht. Een pas die niet zo simpel leek te zijn als zijn naam vermoedde. Het was een lange klim van meer dan 50 kilometer stampend op de pedalen naar boven met 36 graden, waarvan de laatste 20 km met een gemiddelde stijgingspercentage van 10%. Acht kilometer voor de top van de pas bleven we steken, de benen wilden niet meer.We zetten de tent op achter een openbaar toiletgebouw om zo de benen de rust te gunnen en de dag erna de klim af te maken. De volgende dag hadden we na het bereiken van de top (2.005 m) binnen het uur de afdaling alweer achter de rug.

In Brig-Ried vielen we met de neus in de boter.... of was het kaas . Het was een Nationaal feestdag en de eigenaar van de camping had een traditioneel streekgerecht uit Wallis in de aanbieding: Raclette. Samen met de gezinnen Arie en Margriet uit Nootdorp en Martin en Esther uit Leerdam met kinderen smulden we van de gesmolten kaas met uitjes en aardappeltjes. Het was deze avond zo gezellig dat we besloten om nog maar een dagje te blijven. We werden uitgenodigd door de Leerdammers om een dagje met hun naar het autoloze Zermatt te toeren om der König der Berge, de Matterhorn, te aanschouwen.
En dat kon mooi want het was een zo goed als wolkenloze hemel. De dag erop namen ze ons mee naar het Franstalige deel van Zwitserland, Sion. Dit viel wat minder goed in aarde door de aanstormende buien. Dit was het begin van een koufront met veel water, wat ons tot aan Nederland achtervolgde.

Wilde Zwanet de winterkleren in Rome aan haar familie meegeven. Olaf bleek verstandig te zijn, want riep hij: “We moeten de Alpen nog over”. En gelukkig maar. Bij de tweede beklimming over de Alpen, de Grimselpass, hadden we de winterkleren weer hard nodig. Na dagen wachten tot het weer zich zou verbeteren, de sneeuwgrens was gedaald tot 1.800m, gingen we met drie graden boven nul de pas omhoog. De miezerregen had dan wel in tussen de gevallen sneeuw doen smelten, de afdaling deden we toch maar voorzichtig aan. Op 2.165m hoogte hadden we een zicht van nog geen 10 meter. In het restaurant op de top warmden we ons op met Goulashsoep en Alpenmacaroni (macaroni met spek, aardappel en ui in roomsaus, erg zware kost maar verrukkelijk) en ondanks de rukwinden bleef de mist hangen tot diep in het dal.

Met het troosteloze weer, vervolgden we de weg door die Schweiz over fantastisch aangelegde autovrije of -luwe fietspaden en boerenlandweggetjes, waar de bermen rijkelijk gevuld waren met wilde bloemen. We reden langs het Brienxersee, over de Brünigpass, langs het Sarnersee, door het mooie Luzern, langs het Zürich- en Walensee en door het Vorstendom Liechtenstein en trapten zelfs nog 1 km door Oostenrijk. In Meiringen werd grote Olaf een klein Olafje. We moesten wachten voor slagbomen en zagen geen trein maar een F18 voorbij rijden. Het bleek dat we langs een luchtmachtbasis fietsten, waarbij de hangars geheel verborgen zijn in de rotsen. De F18 toestellen waren druk aan het oefenen voor een vliegshow het weekend erop en Ollie was er niet weg te slaan.

Fietsen langs de Bodensee was fietsen in file. Het is een gebied wat erg populair is om per fiets te verkennen door zowel jong als oud omdat het er zo goed als vlak is. En zelfs in deze weersomstandigheden was het nog aardig druk met licht bepakte fietsers. Een aantal ervan bleef zelfs naast ons fietsen om nieuwsgierig te vragen wat we in vredesnaam met zoveel bagage moesten voor een rondje om de Bodensee. We hielden ons vaak wijselijk stil, hadden geen zin om voor de 100.000ste keer ons verhaal te doen en wat gaat iemand aan dat Zwaantje een opklapbare kaptafel, zonnebank, -tig kledingsetjes en een beautycase in haar tassen meesleept. Laten we het maar niet hebben over het waterbed en koelkast met aggregaat die Olaf al 14 maanden meesleept.

We vervolgden de fietsroute langs de Rijn door kneuterige dorpjes als Stein am Rein met mooie muurschilderingen, langs de Rheinfalle, langs volkstuintjes en door de lelijke industriestad Basel met verpauperde buitenwijken. Wie denkt dat fietsen langs de Rijn in Zwitserland vlak is, komt bedrogen uit. De route die we volgden had soms pittige klimmetjes van 25%, waarbij het omhoog duwen van de fiets, de enige mogelijkheid was om de bult over te komen. Ook de onverharde paden bedekt met rivierklei zorgden ervoor dat onze benen het zwaar hadden. De fietsbanden hadden soms grote moeite om over deze weggetjes te rollen.

En zo verlieten we Zwitserland met haar mooie Alpen, gletsjers en meren en waarbij we vonden dat de bevolking wel iets vrolijker mocht kijken. Met name de wat oudere mensen keken als zuurpruimen alsof ze te lang op een Alpenhoorn hadden geblazen. Maar het zal ongetwijfeld aan het weer hebben gelegen, die de toeristen weg hield uit Zwitserland. Vluchtten de in Zwitserland vierende vakantiegangers naar het warmere zuiden van Italië als ze nog meer dan een week hadden. De medelanders die nog een paar dagen voor de boeg hadden, braken de vakantie vroegtijdig af en keerden huiswaarts. De doorzetter kocht extra dikke sokken of een fleecetrui om zich in de caravan op te warmen. En ook wij fietsten 'vrolijk' verder en zongen 's ochtends vrolijk “Het regent, het regent, de tent wordt weer es nat”. De tent die geen ochtend meer droog de tentzak in kwam. Alhoewel we wel moeten melden dat we heel af en toe nog een zonnestraaltje zagen. Maar goed ook, anders zou de camera niet meer uit de tas zijn gekomen.

En dan het laatste land op ons lijstje: Duitsland, waarbij het weer onveranderd grijs bleef en waar nog steeds te veel nattigheid uitviel. Omdat we dachten dat we tijd te kort zouden komen door de vertraging in Zwitserland, lieten we de Franse Vogezen en Luxemburg links liggen. In tien dagen fietsten we stug door en reden bijna 900 km langs de Rijn, over de Deutsche Weinstrasse vol met wijngaarden waar we geen druppel van dronken, langs grote, goedkope Kaufmärkte, langs boomgaarden vol met appels en pruimen, langs sterk ruikende prei- en koolvelden, door het gezellig uitziende Koblenz en de oude regeringsstad Bonn met haar villawijken, maar jammergenoeg ook door industriegebieden. We snakten naar een rustdag en zon om alles eens goed te kunnen drogen. Elke ochtend een natte wielerbroek aantrekken of na een warme douche afdrogen met een kleddernatte koude handdoek die maar niet drogen wil is soms geen pretje en dan zetten we onze kiezen maar weer op elkaar. Het zijn de laatste loodjes en zoals bekend zijn die altijd zwaar.

Een groot voordeel van de campings in Duitsland is dat er overal wel een Biergarten aanwezig is. Waar je voor weinig een heerlijk hapje kunt eten en drinken en waarbij je niet in een natte voortent, waaraan de binnenkant de schimmel al aardig begint te groeien, je maaltje hoeft te bereiden. De jägerschnitzel op een camping in het Duitse Trechtingshausen gaf na 10 dagen fietsen de doorslag om er nog een nachtje te blijven. De schnitzel was bijna zo groot als een deurmat en eten wereldfietsers altijd hun bordje leeg.... dit keer moest een deel van het eten terug naar de keuken, de maag stond op ontploffen.

Het is de tijd van feesten, overal waar we kwamen, was er wel een bierfeest, een wijnfeest, een Schüttersfeest of gewoon een feest omdat het dorp zoveel jaar bestond. Voor ons was het helemaal geen feest, want er ging steeds meer kapot. Was het niet Olaf's slaapmatje, dan was het wel de laptop. Zelfs onze tweede opslagmedium, de I-pod, haperde op een bepaalde moment en daar word je niet vrolijk van. Het feestgedrang lieten we overal aan ons voorbij gaan. We zagen en hoorden af en toe nog wel wat vuurwerk, maar oordoppen waren nodig om het feestgedruis 's nachts op afstand te houden. Wij wilden wachten tot de grote knaller: het Gramsberger feest.

We wilden het onaantrekkelijke en stinkende Ruhrgebiet ontwijken, dus namen we bij Keulen afscheid van de Rijn, die ons zo'n 2 weken een stuk noordelijker bracht. De weergoden leidden ons het laatste deel over asfaltwegen met diepe plassen die de besmeurde fietsen en bepakking eindelijk eens 'schoon' konden spoelen. Tot zo'n 150 km voor de grens met Nederland reed Olaf zijn wieltje van de trailer totaal aan gort. De kogeltjes rolden uit de naaf en de industriële lagers waren niet meer te repareren. We vroegen ons af of we vriend Jean Paul uit Apeldoorn moesten bellen? Hij heeft een vrachtautootje die ons binnen twee uur zo zou kunnen ophalen.... Het klonk dan wel aanlokkelijk, maar we deden het niet. We wilden de laatste dagen ook fietsen, dus werd er een fietsenwinkel opgezocht. De eerste verwees ons door naar een tweede fietswinkel, waar we vlak voor sluitingstijd nog aan een kinderwieltje konden komen. Een wieltje, welke de helft minder aan spaken heeft, maar waarbij de eigenaar ons verzekerde dat we ons einddoel van de reis ermee konden halen.

Bij het Limburgse Arcen, kusten we na 14 maanden en 3 dagen de Nederlandse grond. Ook al roken we de stal, de laatste kilometers deden we mooi rustig aan en fietsten al slingerend langs de grens dan weer in Nederland en dan weer in Duitsland. Zat Olaf op de heenweg in een complot om Zwaantje te verrassen. Op de terugweg was Zwanet het die Ollie ging verrassen. Hetzelfde clubje vrienden had met haar afgesproken om op één van de laatste kampeerdagen ons op te komen zoeken. En dat gebeurde in het Twentse De Lutte met toeters, bellen, met Grolsch en Steenwijker kruidenbitter. Het weerzien was als vanouds en een leuk opwarmertje voor de hereniging met familie en vrienden later die week. Olaf's moeder verwelkomde ons met warme koffie bij de grens Venebrugge en leidde ons door een totaal gerenoveerd Hardenberg, wat bijna niet meer te herkennen was.

Kun je de laatste kilometers van Hardenberg naar Gramsbergen binnen een half uurtje fietsen. Wij deden er ongeveer drie uur over. In Hardenberg was het gelijk al raak daar kwamen we de eerste bekenden al tegen en moesten we binnenkomen voor weer een bak koffie. Na deze onverwachte bezoekjes had Zwanet het grandioze idee om Gramsbergen binnen te fietsen via de Stationsstraat. Het was tenslotte braderie en die konden we dan gelijk even meepikken. De straat die op de laatste vrijdag van het feest vol staat met kraampjes en..... natuurlijk lopen we daar al de eerste tantes, oude buren en vrienden en andere bekenden tegen en...... broer Mannes die ons mededeelde dat pa en moe al vanaf 12 uur in spanning en met hun beste pak aan ons stond op te wachten. Hoog tijd dus voor de laatste kilometer. Tegen half zes stuurden we dan eindelijk het erf op van Möln Hook. Ons einddoel van deze reis en waar ma een grote pan met de lekkerste groentesoep van de wereld (volgens haar kleinkinderen) klaar had staan. Het is feest!

Blijf ons nog even volgen: er komt nog één verhaal over de laatste monsterrit Gramsbergen - Wapserveen, waarbij nog één berg van de eerste categorie beklommen moet worden: de Havelterberg.
Ook de foto's vanaf Nieuw Zeeland hebben jullie nog tegoed.
Dus tot de volgende en tevens laatste keer!
web stats analysis