maandag, juni 01, 2009

10. Japan Honshu

Van hier tot Tokyo zweten zonder te fietsen

Voordat we het noordelijke eiland Hokkaido aandeden, moest er eerst nog besloten worden hoe we het meest verstedelijkte deel van Japan, het middelste en grootste eiland Honshu, konden omzeilen. En dat ging gepaard met flink wat zweetdruppels.

De nachtelijke vrachtboot (13 uur) van Miyazaki naar Osaka was zo geboekt. Verder kregen we van Walter en Aya uit Tokyo, die we op de camping in Ibusuki hadden getroffen, een tip mee dat het in Japan erg gemakkelijk is om spullen te versturen met een pakketdienst. Met dit in ons achterhoofd en een uitnodiging op zak voor een slaapplek in Tokyo, stapten we van de boot op de fiets door het drukke Osaka. Het was eigenlijk de bedoeling om op Honshu niet te fietsen, maar een medewerker van de ferry terminal gaf ons een zeer gedetailleerde kaart van de Kansai regio (Osaka, Nara, Kyoto) dat we geen excuus meer konden vinden om niet te fietsen. Over fietsbruggen midden in de stad en uiteindelijk lekker relaxt over de dijk langs de rivier peddelden we Nara binnen. Een stad die we ook als tip meekregen van het Belgisch/Japans stel om zeker te bezoeken gezien de historische bezienswaardigheden.

Dat deden we pas nadat we een dagtripje met de trein naar Kyoto hadden ondernomen. Kyoto is net als Nara in een ver verleden ooit de hoofdstad van Japan geweest en beide steden hebben daardoor keizerlijke tuinen, paleizen, duizenden tempels (waarvan velen op de Unesco lijst staan), shrines, pagodes, oude gezellige straatjes en mooi aangelegde parken.
In Kyoto spotten we nog een drietal geisha’s: dames die mannen op speciale manieren ‘vermaken’. Van een voorbij passerende reisleidster met groep toeristen hoorden we dat de rondlopende geisha’s niet echt waren. Het is een zeldzaam beroep geworden, waarvan er nog maar zo’n 100 zijn in Kyoto.
Een zware en lange opleiding gaat vooraf, voordat je echt als geisha door het leven mag gaan. Mannen entertainen, betekent: zang, dans en chique etentjes vergezellen, dit alles in traditionele geisha kleding en make-up. Voor een paar duizend yen kun je laten schminken en aankleden als een geisha om zo door de straatjes te lopen en je te laten fotograferen. Een keer wat anders dan een Japanner die in Volendam in Hollands klederdracht op de foto gaat.

Wij waren niet de enige bezoekers in Kyoto. Voor het eerst sinds Bangkok zagen we weer heel veel buitenlanders. Naast deze “gajins” zagen we ook weer duizenden schoolkinderen die ons en anderen voor de voeten liepen. Er was een groot festival, Aoi Matsuri, gaande wat wij ook wel wilden zien. Het was een processietocht wat zo’n 5 uur duurde en waar wij na 15 minuten al genoeg van hadden gezien. Het was een trieste aangelegenheid, geen vrolijke mensen, geen muziek, geen dans. Dus gingen we snel door naar het oude deel van Kyoto voor een lange wandeltocht langs de mooiste bezienswaardigheden. Na afloop waren we blij om weer met de trein terug te gaan naar het veel rustige en minder toeristische Nara.

De tweede dag in Nara sloten we ons op in de hotelkamer. Er moest een hoop geregeld worden om het laatste traject naar Hokkaido te vervolgen. Internet, de infobalie van het trein-/busstation en de receptie van ons hotel waren de belangrijkste informatiebronnen die dag om te zoeken naar de beste, slimste en goedkoopste weg. Verschillende scenario’s passeren de revue: Zwaantje wilde goedkoop en dus langzaam: de 24-uurs boot. Ollie wilde snel dus duur: de Shinkansen (de kogeltrein van Japan) of vliegen. Na veel wikken en wegen, gereken en flink gemopper besloten we voor een tussenweg. Langzaam met de bus naar Tokyo (zo zie je onderweg nog wat) en vandaar uit snel met het vliegtuig door naar Hokkaido. Zo konden we ook nog eens Tokyo bezoeken en op de uitnodiging van Walter en Aya ingaan. Tevens verzonden we onze fietsen en de meeste bagage vooruit met de pakketdienst.

Niets geeft zo veel rust als een genomen beslissing. We waren twee dagen niet te genieten vanwege de stress. Maar de rust was snel over..... Na een avondje stappen hebben we besloten om de buskaartjes in te ruilen voor de Shinkansen. Het was toch een unieke kans om met deze hogesnelheidstrein 300 km p/u door Japan te reizen. De volgende ochtend op het treinstation brak bij Zwaantje echter het angstzweet uit. De door haar dure! gekochte buskaartjes zaten niet meer in Ollie’s knip. Hij had die ochtend net z’n portefeuille opgeschoond en alle overtollige bonnetjes versnippert en in de prullenbak gegooid. Zwaantje rende terug naar het hotel waar de prullenbakken al geleegd waren, maar kon nog net op tijd in de vuilnis duiken om de versnipperde buskaartjes bij elkaar te schrapen. Pffff..... die waren gered. En gelukkig konden we ze omruilen.

De 800 km naar Tokyo deden we met de trein in 2 en een half uur. Naar buiten kijken was soms erg lastig. Alles ging zo snel voorbij dat je soms hondsberoerd werd. Slapen was eigenlijk de beste manier om de tijd door te brengen of concentreren op iets in de verte. En dat deed gelukkig één van ons. Ollie kon Zwaan nog net op tijd wakker maken voor Mount Fuji. We raasden met een daverende snelheid langs de hoogste berg/vulkaan van Japan. Het ging zo snel dat Fuji zo foetsie was.

Tokyo, één van de duurste steden ter wereld en met 34 miljoen inwoners, mag je niet missen op een reis naar Japan. We installeerden ons in het zeer aardige optrekje van Walter en Aya en terwijl zij aan het werk waren konden wij vanuit hun luxe appartement genieten van een geweldig uitzicht over de stad. We verkenden de wijken Asakusa, Shinjuku en keken onze ogen uit op het drukste metrostation (zo’n 2 miljoen passagiers per dag) en op het drukste voetgangerskruispunt van deze metropool. In de straten zagen we ontzettend veel reclame, enorme tv schermen en billboards, die ’s avonds omtoverden in fel knipperende neonverlichting. En wat een waanzinnig veel mensen overal. Het observeren van mensen alleen al was een genot om de dag mee door te komen. Vreemde, trendy of strak in pak geklede mannen en vrouwen. Ondanks dat iedereen zwart haar en bruine ogen heeft, zien we een enorme verscheidenheid aan mensen. En het is zo eenvoudig om in Tokyo te reizen, Een metrostelsel waar je gewoon niet kan verdwalen. Alles is zo goed aangegeven (zelfs in het engels) en alles loopt hier zo gesmeerd. Ondanks dat hier veel mensen op een hoop leven, zien we toch weinig zwerfafval, hier en daar een peuk op de grond en heel af en toe zagen we wat graffiti en een enkele zwerver. Maar we zagen ook veel groen, bloemperken en parken.

Na één week Honshu waren we verzadigd van tempels, boeddha’s, pagodes, buitenlandse toeristen, metro’s, treinen, hotelbedden, restaurants en drukte. Tijd voor kamperen, zelf kokkerellen, rust, ruimte, natuur, bergen, sneeuw, onsen (de Japanse tobbe) en weer op ons zelf zijn. Op naar het fietseiland: Hokkaido!
web stats analysis