zondag, augustus 06, 2006

21. Italië

Welkom in de chaos, drukte, hectiek, bizar verkeer en zinderende hitte van Rome. Zaten we twee weken terug nog in de rust, ruimte en natuurschoon van Nieuw Zeeland met vorst en veel sneeuw. Na 48 uur reizen en wachten hebben we weer voet op Europees vaste wal gezet, waar temperaturen van boven de 38 graden aan de orde van de dag waren. Het fietsen werd nog even vier dagen uitgesteld, want eerst gingen we met de ouders, broer en zus van Zwanet Rome verkennen.

Het weerzien na 13 maanden was alsof we elkaar de week ervoor nog hadden gezien. Vanaf het vliegveld gingen we ’s avonds laat rechtstreeks naar het hotel voor een verfrissing. Er moest ook nog gegeten worden, want de Koersjes hadden grote honger. Pa wilde op zoek naar een Hollands restaurant, want die moest er toch wel zijn. Er zijn tenslotte ook vele Italiaanse restaurants in Nederland, merkte hij op. We kunnen ons goed voorstellen dat een Piet met zijn friet en kroketten niet zal aanslaan in de zinderende hitte van Rome, en zo zaten we alsnog aan tafel in een Italiaans restaurant rond middernacht. Pa kreeg in ieder geval zijn kippetje met bratkartoffeln en wij kregen een mooie rekening die vele malen hoger lag dan wat wij besteld hadden. Blijkt dat de Italianen er ongevraagd extra euro’s bij opdrukken voor tafelgeld (gebruik van linnen en bestek) en ook nog eens 10% bedieningsgeld. Zo kregen we toch nog een nare nasmaak van het eten.

We deden mooi rustig aan, want het was heet, erg heet. Broer Harry had alvast geïnformeerd naar de tramlijn voor het Vaticaan en na 15 minuten wachten stapten we in tram nr. 19 op weg naar…. Met de routekaart in de hand bekeken we de straatnamen die we tegen kwamen. Het bevreemde ons dat geen enkele straatnaam overeenkwam met de haltes die we zouden moeten passeren op weg naar de Pauselijke residentie. Het was alsof we het spelletje Lingo speelden ….Via Gianni Denzie….. staat niet op de kaart…..Perestrine…. staat niet op de kaart en zo ging het ongeveer 20 haltes door en de tram werd leger en leger. We kregen het vage vermoeden dat er iets niet klopte. Bij navraag aan de tramchauffeur bleek dat we in tegenovergestelde richting reden. We bleven dan ook maar zitten tot aan de eindhalte. We hadden enorme schik, want we zaten op een gegeven moment in een miljoenenstad als Rome helemaal in onze uppie in de tram. Pas na twee uur in de tram gezeten te hebben, stapten we uit bij halte Vaticaanstad.

We zagen honderden meters lange rijen met wachtende mensen pal in de zon en waar weinig beweging in zat. Het bleek de rij voor het Vaticaan museum te zijn, die slaan we dan ook maar over. De volgende rij die we zagen, stond op het St. Pietersplein en daar zat meer beweging in. We sloten aan zonder te weten waar deze sliert heen leidde. Het bleek de basiliek te zijn. Dat is mooi, die willen we wel eens van binnen zien. Nadat pa de pijpen had aangeritst en de dames de schouders hadden bedekt, konden we naar vaders pijpen dansen ofwel de kerk betreden. Bij intrede van de kerk konden we alle pracht en praal samenvatten in drie woorden: ‘wat een rijkdom’! Het schijnt dat in het verleden vele arme sloebers hun zonden konden afkopen en met o.a. deze gelden is het Vaticaan opgebouwd. Tegenwoordig wordt de schatkist gevuld met entreegelden van de toerist. En daar hebben ze in Rome geen gebrek aan. We denken dat we op geen enkele plaats op de wereld zoveel toeristen op een hoop hebben gezien. Na het vele wachten in de rijen (het leek wel Ponypark Slagharen, waarbij je voor de achtbaan in de rij stond), konden we een snelle blik werpen op de grafkelders en brachten de jongelui nog een bezoekje aan de koepel van de basiliek. Boven op de koepel hadden we een mooie 360 graden panorama over de Eeuwige Stad. Terug pakten we de bus, want de tram hadden we van binnen en buiten wel gezien. Ondanks dat we als haringen in een tonnetje zaten en waarbij het zweet over onze ruggen in de bilnaad verdween, ging de rit terug een stuk sneller. Nu konden de Koersjes zich wel voorstellen dat met deze temperaturen een fietsrit in Argentinië niet te doen was.

De volgende dag werd het een voettocht naar het Roomse Colosseum, de reusachtige puinhopen van het forum Romanum en de keizerlijke ruïnes van het Palatijn. We waanden ons terug in de tijd van de Romeinen. Reisgids Olaf lichtte ons daarbij goed voor over de pronkstukken (met dank aan de ter plekke gekochte reisboek, die je echt in deze stad nodig hebt om er iets van te kunnen begrijpen). We dronken liters water om uitdroging te voorkomen. We liepen bijna een dagafstand van de eendaagse ‘Nijmeegse vierdaagse’. We sjokten terug langs gillende sirenes en toeterende auto’s en scooters, waarbij de voetganger geen enkel recht heeft. Wat een chaos in deze stad. Een stad waar waarschijnlijk geen parkeerbeleid aanwezig is, gezien de driedubbel geparkeerde auto’s op straat, op de stoep of in de bocht, waarbij je nauwelijks een auto kunt vinden die kras- en/of deukvrij is. We verwerkten alle indrukken ’s avonds onder het genot van een etentje. Welke werd afgesloten met een ‘grapa’, een soort jenever, en een fles wijn om pa zijn verjaardag in te luiden.

Op de laatste dag in Rome pakten we de metro die ons supersnel naar de Spaanse trappen, het Pantheon (een van de best bewaarde tempels uit de oudheid) en het Trevi fontein bracht. In het Trevi fontein hoor je een muntje over je schouder te gooien, waarbij men zegt dat je dan ooit nog eens een keer terug komt naar deze stad. Ondanks dat we geen enkel klein geld in de knip hadden, weten we zeker dat we snel weer terug moeten naar deze geweldige stad. We hebben genoten van vier prachtige dagen, vol met hilarische momenten en namen afscheid op het centraal station.

Rome uit fietsen schijnt een hele kunst te zijn. Een trein pakken die je een 200 kilometer verderop brengt, geeft meer rust en dat deden we dan ook naar het Toscaanse Siena. Hier namen we gelijk een rustdag om bij te komen van de vermoeiende dagen in Rome. We waren gesloopt en liepen als waggelende pinguïns over de camping. We hadden het dit keer niet op de heupen maar in de heupen. De mooie binnenstad van Siena met haar schattige smalle steegjes werd dan ook per fiets verkend.

We vertrokken elke ochtend rond de klok van zeven om de ergste hitte voor te zijn. In de middag zochten we een parkje op met schaduw en een bronnetje om de waterflessen te vullen. Dit was voor ons de beste manier om de zinderende hitte machtig te zijn. Via liefelijke Volterra verlieten we Toscane met haar vele zonnebloemvelden en fietsten richting Pisa om de scheve toren eens in levende lijve te aanschouwen. Wat een toeristenpleister weer, waarbij de toeristen met volle overgave de toren proberen recht te zetten of tegen te houden. Althans dat lijkt net zo op de vele foto’s die hiervan gemaakt worden. Een grappig gezicht hoe iedereen zo zijn best doet om de perfecte foto te schieten. Van dit tafereel moesten we dan ook een foto maken.

Na een heerlijke pizza in Pisa te hebben gegeten, stond de Italiaanse Riviera in de planning. We waren weer terug in de drukte en chaos. Dit keer die van mega campings, een kilometerslange boulevard volgebouwd met hotels en eettentjes en overvolle stranden. Bij gebrek aan fatsoenlijke campings, bezochten wij ook een megacamping. Een camping merendeel bepakt met gezinnen uit Nederland. Families die met hun volgepakte stationwagens en fietsendragers 1.200 km rijden om hun drie weken vakantie door te brengen voor de tent of sleurhut en die ook nog eens mutje aan mutje staat. En waarbij we de indruk hebben dat de fiets alleen wordt gebruikt voor de 200 meter naar het toiletgebouw en uit de overvolle koffers alleen de badkleding wordt gedragen. Dat je je hier elk jaar naar kunt verlangen, bij de gedachte alleen al, gruwelen we. Het is maar goed dat er smakenverschillen zijn. We parkeerden de tent naast een waterkraan, waar een groot bord met grote letters in alle talen aangeeft dat het drinkwater betreft. We vulden de flessen voor de zoveelste keer en zagen na een uurtje dat een moeder de blote poepbillen van een peuter onder de kraan waste. Nog geen half uurtje later zag Olaf een kleuter de waterbak vol plassen. We gooiden ons drinkwater gelijk weer weg, wat zal de waterkraan de rest van de dag wel niet hebben gezien?

En zo vluchtten we verder langs de kust richting Genua en klommen over de Apennijnen, welke zeer goed te fietsen waren. We vonden er een mooie camping, waarbij we bijna een jongetje zagen verdrinken in een overvol zwembad. De moeder vond blijkbaar het ‘mooi bruin worden op een ligbedje’ belangrijker dan het zien opgroeien van haar zoontje. Gelukkig was er een oplettende mevrouw die op het juiste moment het jochie boven water haalde.
Na dit gebeuren kreeg Olie een mooi verjaardagscadeau: de afdaling vanuit de Apennijnen naar de oersaaie Povlakte, waar Zwaantje ook van kon meegenieten. Een dag van 120 km omdat de camping op de kaart niet meer aanwezig was en we daardoor nog eens 20 km konden fietsen. Een camping vol met vliegjes en muggen, die het allemaal op jarige Ollie hadden gemunt. Een avond die we vierden vanaf half 8 in een tent met 32 graden om de insecten te ontvluchtten. Een dag die hij niet snel zal vergeten.

De Povlakte bleek niet overal saai te zijn. De kleine weggetjes op de kaart bracht ons door rustieke dorpjes langs groene maïs- en rijstvelden naar het merendistrict van Noord Italië. We deden Lago Maggiore aan en Lago Megozza. Ook hier weer afgeladen dure campings met voornamelijk medelanders. Landschappelijk gezien was het een mooie streek, waar we dan ook alle tijd voor namen. Na twee weken werd het hoog tijd om de Italianen vaarwel te zeggen en de Zwitsers te begroeten met Gruβ Gott.
web stats analysis