dinsdag, december 27, 2005

11. Vuurland en Patagonië (deel 1)



We hebben Fin del Mundo bereikt ofwel het einde van de wereld. Na een lange vlucht van San Francisco via Los Angeles, Lima (Peru), Santiago de Chili, Puerto Montt en Punta Arenas hebben we weer voet op aarde gezet in Ushuaia (Vuurland, Argentinië), de meest zuidelijkste stad van de wereld. Verder reizen is alleen nog mogelijk met een boot naar Antartica.
Dat doen wij niet, want wij hebben een zeer krappe planning tot aan de feestdagen. Goede vrienden van ons Jan en Erna hebben hun ‘zomer’ vakantie zo gepland dat ze samen met ons oud en nieuw vieren en dat willen we natuurlijk niet voorbij laten gaan.

We hebben nog een dag in de miljoenenstad Santiago de Chili moeten doorbrengen voordat we konden doorvliegen naar Vuurland en hebben daarom maar van de gelegenheid gebruik gemaakt de binnenstad te verkennen. Het was overigens een hele heisa om daar te komen, we hadden namelijk niets gereserveerd. Met handen en voeten en flink onderhandelen konden we met een taxibusje naar Down Town (er zijn geen overnachtingsmogelijkheden bij het vliegveld). De fietsen werden met 5 man sterk boven op de minibus gestald en met ledenogen hebben we moeten aanzien hoe onze stalen rossen (die overigens onbeschadigd en dit keer gelijk met ons arriveerden) op het dak werden geknoopt. We waren nog geen 5 minuten op de snelweg of we hoorden een vreselijke klap. In een seconde zaten we achterstevoren op de bank om te zien hoe onze fietsen over de snelweg stuiterden.... we zagen echter geen fietsen. Auto’s toeterden luid en allen wezen naar het dak van de minibus. Toch maar even gestopt op de vluchtstrook om te kijken wat er aan de hand was. Blijkbaar zijn de fietsen door de wind omhoog gegaan en doordat de chauffeur vaart minderde, knalden de fietsen met een klap weer terug op het dak. Met een slakkengang vervolgden we de resterende kilometers. De fietsen hebben het goed gehouden, maar bij ons zat de schrik er goed in.

We fietsten zaterdag 3 december vanaf het prachtige vliegveld (geheel van hout en deed wat Scandinavisch aan) naar het gezellig uitziende Ushuaia. Het was fris (7 graden) en er stond een stevige bries. In het dorp gingen we als eerste op zoek naar een pinautomaat, die konden we op het vliegveld niet vinden. We toetsten het bedrag 80.000 peso’s in (500 peso’s was in Chili ca. 0,80 eurocent), ervan uitgaande dat de koers van de Chileense peso ongeveer gelijk is aan die van de Argentijnse peso, maar het beeldscherm gaf aan dat ons saldo niet toereikend was. We vonden het wat vreemd, omdat we in San Francisco nog ons banksaldo via internet hadden gecontroleerd en probeerden het opnieuw met het intoetsen van 70.000. Wederom dezelfde melding. We probeerden het nog eens met 50.000. Wij begonnen al een beetje in paniek te raken, omdat we wisten dat je in Argentinië niet overal met een creditcard kunt betalen. We probeerden een andere automaat en kregen dezelfde melding en zo ging het nog eens 20 minuten door. Uiteindelijk hebben we wel 500 peso’s uit de automaat gekregen. Achteraf maar goed ook dat de automaat ons geen 80.000 peso’s heeft gegeven (500 peso’s is in Argentinië namelijk ca. 145 euro), anders hadden we met bijna 23.000 euro op zak gelopen.

’s Avonds laat moesten we nog op zoek naar een camping. Omdat we in een sneeuwbui terecht kwamen, zijn we bij de eerste de beste hostel (Cruz del Sur) naar binnen gestapt. Helaas zat deze vol, maar de Italiaanse gastheer Luca wilde ons in deze barre weersomstandigheden niet verder laten fietsen. Olaf kreeg een mooi slaapplekje onder de trap en Zwanet mocht op de bank slapen en we mochten niets betalen. We zijn in dit supergezellige hostel uiteindelijk nog 3 dagen gebleven vanwege de sneeuwval. Wij hebben in deze dagen van medereizigers heel veel tips gekregen over Argentinië en hebben daarom besloten de fietsroute zo aan te passen, dat we al zigzaggend door Chili en Argentinië naar het noorden gaan fietsen. Verder konden we in die tijd mooi, met een Spaanse taalgids onder de arm, de supermarkt en andere winkels bekijken, wat er allemaal wel niet te koop is. Het is verbazingwekkend hoe goedkoop het hier is. Dit is te danken aan de economische crisis van eind 2001 wat leidde tot een devaluatie van de Argentijnse peso. Wat ooit het duurste land van Zuid-Amerika was, is nu één van de goedkoopste (een fles wijn heb je hier al vanaf 85 eurocent en het smaakt ook nog eens uitstekend).


Het schijnt in Patagonië en Vuurland altijd flink te waaien uit het westen en windkracht 7 of 8 is hier heel normaal. Als we wegfietsen uit Ushuaia hebben we een lichte rugwind uit het zuidwesten. We laten de pieken van de Andes achter ons en fietsen op ons gemakje richting de kale, boomloze pampa’s waar we de eerste guanacos (familie van de lama) zien. Een deel van de route is niet geasfalteerd, maar is goed te fietsen. Alleen de stofwolken van voorbijrazende auto’s en trucks (ze blijven gewoon 120 km/pu rijden) geeft soms wat problemen. Het is een hele kunst om bij het naderende verkeer zolang mogelijk je adem in te houden, je ogen fijn te knijpen en proberen rechtuit te fietsen terwijl je niets ziet.

We overnachtten gratis op een estancia (een schapenfarm met maar liefst 40.000 ha grond, 25.000 schapen en 1.000 koeien, denk je dat dit veel is! Nee hoor, de buurman 25 km verderop heeft maar liefst 150.000 ha met 75.000 schapen) in een spartaanse arbeidersbarak met houtkachel. Tot ca. 25 km voor Rio Grande was het fietsen nog leuk. Daarna begon het fietsen erg zwaar te worden, de wind draaide naar noordwest en begon stevig aan te trekken, het begon te druppelen en de druppels gingen over in een flinke regenbui. Door de gratis douches die we zo elk kwartier kregen van vrachtwagens die ons tegemoetkwamen of inhaalden, begonnen we langzamerhand het regenwater in onze schoenen te voelen en met 4 graden was dat geen pretje.

In Rio Grande doken we Hotel Argentina binnen, waar gastvrouw Graciela ons met hete thee verwende. Na een uur konden we onze tenen en vingers weer een beetje bewegen en beseften ons dat als deze wind zo aanblijft het een lange zware tocht naar Puerto Natales zal worden en dat we het bezoek aan Nationaal Park Torres del Paine en Los Glaciares (het hoogtepunt van Zuid Chili en Argentinië) op onze buik kunnen schrijven. We informeerden bij Graciela naar een bus, omdat alles in de stad gesloten was vanwege een christelijke feestdag (La Purisima). Zij belde de volgende dag met een busmaatschappij en die hadden nog 3 plaatsen vrij. Zonder ontbijt haastten we ons naar dit kantoor, maar doordat de fietsen niet in de bus pasten, werden onze plaatsen vergeven. Dan maar fietsen....... dachten wij........ dit hielden wij nog geen 2 uur vol. We waren door de gierende noordwesten wind maar 11 km opgeschoten en geloofden er niet meer in ons einddoel Estancia Sara (40 km verderop) voor die dag te halen. We rekenden uit dat als deze wind zo aanblijft dat we met dit tempo meer dan 2 weken nodig hebben om de 500 km naar Puerto Natales te halen. Dat houdt ook in dat we de boot van Puerto Natales naar Puerto Montt (zo’n 1.500 km noordelijker in het Lake District) niet kunnen halen, die wij voor 23 december hebben geboekt. En die moeten wij halen, want dit is de enige mogelijkheid om Jan en Erna tijdig te bereiken.

Er zat niets anders op dan de duim omhoog te steken. Binnen 20 minuten hadden we een lift van een vriendelijk Argentijns echtpaar. De chauffeur bleek voor piloot te hebben gestudeerd want met volle vaart ging hij met de Nissan pick up truck vol gas laagvliegend over de gravelweg en pakte de binnenbochtjes effe haarfijn mee! Wij konden zo’n 200 km meerijden en zij zetten ons af bij een hotel in the middle of nowhere. Ondanks de harde wind konden we een beschut plekje vinden voor onze tent. De volgende ochtend konden we met 2 Duitse hotelgasten nog eens 100 km verderop meerijden, want de wind bleef hardnekkig uit het noordwesten blazen. Bij de splitsing Punta Arenas – Puerto Natales werden we weer ‘losgelaten’ en deden we weer een poging om op de fiets te komen. Dit hielden we zo’n10 meter vol. We werden gelijk weer van de fiets geblazen. Alleen al recht op blijven staan, was een hele uitdaging. Dus hebben we maar weer de duim opgestoken. Dit keer moesten we 3 uur wachten op een lift, zelfs de chauffeur had moeite om met deze wind de auto op de weg te houden en had zelfs 2 rijbanen nodig. We zaten dan wel 2 uur later in Puerto Natales. De boot missen we in ieder geval niet meer! En wij waren blij dat we de eindeloze, boomloze, winderige (ze hebben hier niet eens bruine bonen!!) en deprimerende pampa’s achter de rug hebben.

Het is overigens een hele uitdaging om hier op de pampa’s wild te plassen. Voor de heren is het nog redelijk, zij kunnen nog sturen met wat zij in handen hebben, maar voor de dames is het een zware strijd. Zij moeten hun trukendoos te voorschijn halen om droog uit deze strijd te komen. En in 4 van de 5 gevallen lukt dit helaas niet. Maar ‘gelukkig’ door de wind zijn de kleren en schoenen weer in enkele minuten droog.

We hadden door het liften 9 dagen bespaard en konden in die tijd daarom mooi de drie nationale parken met de auto bezoeken. Met de fiets zouden we hier zeker 3 weken voor nodig hebben gehad. De route was veelal ongeasfalteerd. We bezoeken NP Torres del Paine (Chili) wat is genoemd naar de drie markante graniettorens die uit de steppe omhoog rijzen. Het is één van Zuid-Amerika’s mooiste en wildrijkste berggebied, waar diepblauwe meren, rivieren en beken worden gevoed door de gletsjers die van de Patagonische ijskap naar beneden stromen. Het was het einde van het voorjaar en dat was te zien aan de vele bloeiende bloemen en struiken. Wij maakten een prachtige eendaagse wandeling naar Refugio Torres.

Ook bezochten we Lake Grey waar de ijsschotsen van de gletsjer zo dicht op de wal van het meer liggen dat je deze bijna kon aanraken. De camping waar we stonden is schitterend gelegen en de wilde paarden liepen tussen de tenten door. Hier kwamen we weer de Nieuw Zeelandse 50+ fietsers tegen die wij in Puerto Natales ontmoet hadden. Wij werden toen door hun uitgenodigd voor het avondeten en aangezien zij het nu op de fiets deden (ook deels met een lift, vanwege de wind), hadden wij hun dit keer gevraagd om met ons mee te eten. Dit scheelt hun weer een extra maaltijd en wij hadden toch genoeg ingeslagen (met de auto kun je zoveel meer meenemen).


Het volgende park wat we bezochten was het zuidelijke NP Los Glaciares (Argentinië). We kwamen onderweg vele tegen de wind in zwoegende en ploeterende fietsers tegen en we werden spontaan jaloers. Want dit was wel zo’n mooi traject om met de fiets te doen, maar helaas, we zitten krap in de tijd en we konden niet anders. Bij elke fietser die we tegen kwamen, toeterden we flink en staken we de duim op, want dat deden ze ook bij ons de eerste fietsdagen in Vuurland en dat doet je goed.
Naast fietsers kwamen we ook weer vele Guanacos tegen. Terwijl wij NP Torres del Paine uitreden, zagen wij spontaan een bevalling van een klein guanacosje. Een uniek maar schitterende belevenis.

We zetten onze tent neer op de tot nu toe mooiste camping van Patagonië: Lago Roca, wat een uitzicht.... in de verte de gletsjer Perito Moreno......... alleen de wind...... je werd er zo crazy van dat je voor negenen al in je tent lag. En het was pas na elven donker, dus we misten de mooiste Patagonische zonsondergangen.

Van de gletsjer Perito Moreno hadden we in reisgidsen prachtige foto’s gezien en in werkelijkheid was het evenzo mooi. Het is een enorm ijs massief wat naar beneden geduwd wordt (één van de weinige gletsjers die zich nog niet terugtrekt). En alleen al het geweld van de stukken ijs die naar beneden denderden, alsof er kanonschoten werden afgevuurd.

Van Perito Moreno gingen we door naar het noordelijke NP Los Glaciares, bekend door de bergketen Fitz Roy. De weg was deels vreselijk om te rijden, vanwege de vele gaten en keien. Al trillend reden we met een Israëliër op de achterbank El Chaltén binnen (wij weten als geen ander hoe het is om met de duim omhoog in de volle wind te staan wachten, dus nemen wij ook lifters mee!). Het is een dorp wat nog geen 20 jaar oud is en is door de Argentijnen opgebouwd, omdat anders de Chilenen dit prachtig stukje natuur zouden claimen (er is tot op de dag van vandaag nog steeds strijd over de grensscheiding). El Chaltén is nu nog steeds één grote bouwput. Een dorp waar ’s winters nog geen 200 mensen wonen en in de zomermaanden is afgeladen met duizenden bergwandelaars en bergbeklimmers. De hostels en hosterias worden met –tig stuks tegelijk uit de grond gestampt en door de droogte en wind is het een en al stof, stof en nog eens stof. Ondanks de wind gingen we toch weer kamperen in een redelijk beschutte tuin van een hostel. Omdat we hier maar één wandeldag hadden, pakten we gelijk de mooiste wandelroute van het gebied naar Laguna Torre en Glaciar del Torre, welke alleen met mooi weer aan te raden is. Met het zonnetje aan de hemel deden we er 6 uur over en na zo’n 20 km kwamen met knikkende knieën en opgezwollen voeten van het lopen terug bij de hostel. Je gebruikt toch weer even andere spieren dan met fietsen.

We reden in één dag al rammelend 425 pittige km’s (deels onverhard) terug naar Puerto Natales om in te checken voor het vrachtschip ‘Maggalanes’ van de fa. Navimag (die deels het schip hebben omgebouwd om ook passagiers mee te nemen). We verbleven 4 nachten op deze boot en waren dus met de kerstdagen aan boord. Naast 170 passagiers waren er ook honderden koeien aan boord. Het was vreselijk om deze beesten in te vol gepropte wagens te zien staan 4 dagen lang in hun eigen shit en de laatste dag ook nog eens in de brandende zon. Je zou spontaan vegetariër worden. ’s Nachts werden we vaak wakker van het geloei als of ze smeekten om vrijgelaten te mogen worden. Als zoiets in Nederland zou gebeuren, had de dierenbescherming de boot allang aan de ketting gelegd, maar hier in Chili kan alles. De geur van de koeienmest was zo sterk, dat het doordrong tot in je eigen kooi. Alsof we weer thuis op het platteland waren.

We hadden een mooie tijd op het water, vermaakten ons prima met o.a. Jeen uit Bergen op Zoom, een matroos van het zeilschip Europa die 6 weken verlof heeft en van de gelegenheid gebruik maakte om Zuid Amerika te verkennen en die we in NP Torres del Paine ook al tegen kwamen. En verder praten we wat af met medereizigers die net als wij de kerstdagen op het water doorbrachten.

Als kerstdiner kregen we op de 25e ......... jawel......... Spaghetti Bolognese! Iets wat we de afgelopen maanden nog niet hebben gegeten.... dacht de chef-kok waarschijnlijk. De laatste avond aan boord werd traditioneel afgesloten met een wel heel bijzondere Patagonische Bingo avond. We hadden al spannende verhalen gehoord van gasten die deze tocht ook hadden gedaan, dat we de Bingo zeker niet moesten missen en gaven als tip mee dat je zoveel mogelijk kleren die avond moest aantrekken. Bij een valse bingo moest je nl. een kledingstuk uittrekken. We gingen als Michelin poppetjes (met 4 lagen kleding aan, muts op en handschoenen aan) op naar de Bingo.... helaas was er die avond geen valse bingo en ook geen prijs voor Ollie en Zwaantje. Wel hebben we een mooie relaxte tijd gehad op de boot, met prachtige uitzichten op de fjorden en besneeuwde vulkanen van Zuid Chili. Een aanrader voor degene die plannen heeft om ooit Zuid Amerika te bezoeken (wel tijdig boeken) en net als wij te krap in de tijd zitten.

We maken ons op voor oud en nieuw met Jan en Erna en wensen jullie allen een heel gelukkig, gezond en sportief 2006.
Feliz año nuevo!
web stats analysis