dinsdag, maart 24, 2009

7. "Made in Taiwan"


Na vier weken nietsdoen was de conditie van onze benen gelukkig nog prima in orde. We trapten, met een straffe noordooster wind tegen in de regen met 14 graden, vanaf het Taoyuan international airport naar de noordwest kust van Taiwan. Met nog eens een extra kilo aan wegenkaarten (Engels en Mandarijns) in de tassen, die gratis verkrijgbaar zijn bij de informatiebalie op het vliegveld. Al na 2 km kreeg Zwaantje haar tweede lekke band van de reis (wederom een nietje, net als in Kuala Lumpur) en sopten we in onze schoenen. We genoten volop van de weersafwisseling, want het was eindelijk nat en fris en daar hadden we vreselijk naar uitgekeken.

We hadden ons niet echt voorbereid op dit eiland. Het enige wat we wisten, was dat Taiwan zo groot is als Nederland. Het op gespannen voet leeft met China. Het westen van Taiwan vol zit met industrie (veel textiel, fiets-, computer- en ander elektronica onderdelen zijn “made in Taiwan”) en grote steden, waar zo’n drie kwart van de 23,5 miljoen inwoners wonen.
Dat Taiwan, na Bangladesh, het meest dicht bevolkte land ter wereld is. Dat het een vulkanisch eiland is en op een breuklijn ligt. En dat de oostelijke helft het beste en veiligste deel is om te fietsen.

En dat deden we door highway 2 te pakken naar het noorden die helemaal tot aan het oostelijk deel van Taiwan de kust volgt. Een mooie, heuvelachtige en redelijk rustige route met voldoende ruimte op de snelweg om te fietsen en zelfs fietspaden. De mooiste vonden we bij Fulong de “old coaling mine trail tunnel”, de naam zegt het al. Een oude spoorlijn uit de mijntijd is omgetoverd tot een fietspad inclusief tunnel van 2,1 kilometer. De lokale overheid heeft geprobeerd om alles in het kader van het spoor te behouden of na te bouwen. En dat is gelukt. Zelfs wij keken verschrikt om bij het horen van fluitsignalen van een locomotief, terwijl het gewoon een geluidsband was.

Van de Chinese karakters konden we geen pepernoot maken. Alhoewel.... wat hier staat kan elke wereldburger lezen. Communicatie ging met handen en voeten of gewoon de ‘keuken’ inlopen en aanwijzen wat we op ons bordje wilden hebben. Ook het “Point it” boekje vol met foto’s kwam nog al eens goed van pas. En wilde het echt niet lukken dan pakten we een aantal jeugdigen bij de kraag die een paar woorden engels konden. Ook hier krijgt elke tiener tussen de 12 en 18 jaar engels op school, maar de meeste zijn jammer genoeg te verlegen om maar iets te zeggen.

Het is verwonderlijk dat in Taiwan ruim 22 miljoen mobiele telefoons in gebruik zijn, dat is bijna 1 op 1. Moet je in de trein, restaurant of waar dan ook in Nederland elke minuut vreselijk saaie, simpele, onnodige gesprekken aanhoren. Hier in Taiwan zie je de mensen bijna niet met een mobiel aan hun oren. Blijkbaar is het niet gepast om in het openbaar te bellen. Wat voor de Taiwanees wel maar voor de Nederlander niet gepast is, is het spugen, rochelen, slurpen, boeren en zelfs de wind laten gaan in het openbaar. Waarschijnlijk hebben ze hier het levensmotto: “beter in de vrije ruimte dan in een nauw gat”.

De bewolking en buien maakten na enkele dagen al snel ruimbaan voor het zonnetje, waardoor het aangenaam fietsweer werd. We genoten volop van de prachtige ruige kustlijn met mooie rotsformaties, ongerepte frisgroene natuur, heel veel vlinders, wilde Chinese lelies en andere geurende bloemen, bont gekleurde tempels met draken, gevarieerde kunstwerken, kleine vissersdorpjes, duizenden Seven Eleven winkels (ons vaste adres voor de verrukkelijke Super Supau sportdrank en brood) en betelnoot kauwende Taiwanezen.

Maar ook dezelfde kauwende Taiwanezen met afschuwelijk uitziende rode tanden van die betelnoten, vuilnisauto’s met een irritant deuntje, touringcars vol met Chinese vakantiegangers, walgelijke architectuur, waaronder lelijke betonblokken van flats en lelijke huizen geheel beplakt met tegeltjes (als tegelzetter hoef je hier absoluut niet te vervelen), veel vervallen gebouwen en ja hoe verzinnen ze het....... kerncentrales...... Midden op een vulkanisch eiland welke aardbevinggevoelig is en zomers de tyfonen om je oren slingeren. Het blijkt zelfs een toeristische attractie te zijn. Busladingen vol met Chinezen stapten uit voor foto’s. Dat deden wij dan ook maar, deze vonden wij de meest onvoorstelbare locatie..... Midden in het zuidelijk gelegen “Kenting National Park” met om de hoek het drukst bezochte strand van Taiwan, waar jaarlijks zo’n 5 miljoen vakantiegangers komen.

Bij vulkanen horen heetwaterbronnen en ja daar hebben ze er hier velen van. In een aantal daarvan hebben we na een vermoeiende tocht heerlijk gebadderd. We hadden zelfs in een jeugdherberg onze eigen privé spa van een graadje of 55. Hier moest wat koud water bij gemengd worden om een eerstegraads verbranding te voorkomen. Voor wat betreft de Taiwanese dames, die doen er ook alles aan om verbranding te voorkomen. Niet tegen het hete water maar tegen de zon. De meeste dames zien we met handschoenen aan, dikke panty’s, lange losse mouwen en enorme hoeden of caps met een flappie in de nek. Waarom? Vraag je je af.......voor een Nederlandse vrouw die drie weken in hoogseizoen ligt te bakken aan Costa del Snol zou het onbegrijpelijk zijn.... maar deze vrouwen doen er alles aan om wit te blijven. Het is de mode hier om zo wit mogelijk er uit te zien. L’oreal, Nivea, Dove en andere schoonheidsmerken doen hier gouden zaken met crèmes voor het witten van de huid.

Sinds tijden hebben we de tent weer eens opgezet op prachtige campings (de mooiste en goedkoopste in Shihtipi voor maar € 2,25 p/n), waar we de enige gasten waren. We sliepen meer dan 12 uur achtereen. Mede doordat het vroeg donker was, lagen we tegen half acht al in onze slaapzakken te ronken. Bovendien, slapen op onze eigen matjes had onze grote voorkeur boven de keiharde hotelbedden die hier aanvoelden als beton. We kookten eindelijk weer eens voor ons zelf. En dan maakt het niet uit wat je in de pan gooit (de bereidingsinstructies konden we niet lezen) het smaakt altijd!

We bezochten het bekendste en meest bezochte Nationaal Park van Taiwan: Taroko Gorge. We deden deze 20 kilometer voor de afwisseling niet per fiets maar te voet, een aanrader! We waren erg onder de indruk van dit stukje natuur. En dat vervolgde zich verder langs Highway 11 van Hualien tot iets na Taitung langs de azuurblauwe Pacific Ocean. We passeerden de Tropic of Cancer ofwel de Kreeftskeerkring, die de scheidingslijn naar de tropen vormt. We slingerden op en neer langs dit adembenemende stuk kustlijn wat een paradijs is voor de fietser. En daar komen we er heel veel van tegen. Weliswaar nu nog Taiwanezen maar daar moet verandering in komen, dacht het Ministerie van Toerisme.

Taiwan is momenteel volop bezig om het als fietsland te promoten. Men probeert nu vooral buitenlandse fietsfanaten naar Taiwan te krijgen en daar hebben ze een speciale site voor gebouwd. We geven Taiwan geen ongelijk. Het is een fantastisch eiland om te fietsen (op highway 9 na, teveel trucks) , te kamperen en dit allemaal kan voor weinig als je Taiwan maar in het laagseizoen bezoekt. Maart vonden wij een zeer geschikte periode. We hadden temperaturen tussen de 14 en 30 graden, met alleen in de eerste week wat nattigheid. April en mei schijnt het de regentijd te zijn, maar ook nog steeds laagseizoen, waarin je veel kunt afdingen op accommodatie (soms tot 50% korting). De drie weken die wij er voor uit hadden getrokken, vonden wij vééééééél te kort. Een reden temeer om mee toe doen aan een foto/verhaalwedstrijd op de promotiesite www.ridetaiwan.com van Taiwan, want er vallen vliegtickets te winnen naar...... Taiwan!
web stats analysis